Volgens mij hoeft de trekhaak op zich geen gekeurde te zijn. Het enige wat van belang is als je een aanhangwagen wilt trekken, is dat het maximale trekgewicht wat de auto mag trekken op het kentekenbewijs vermeld staat. Dit kan echter alleen als dit trekgewicht bij de RDW bekend is. Dit nemen ze meestal over van de typegoedkeuring van het voertuig. Is er van het voertuig geen typegoedkeuring dan zal het niet meevallen om het trekgewicht op het kenteken te krijgen. Je moet dan een verklaring van de fabrikant (Citroën) zien te krijgen waarin zij verklaren hoeveel het voertuig mag trekken.
Is er wel een typegoedkeuring dan hoef je alleen het kentekenbewijs naar de RDW te sturen, dan krijg je een nieuw met het trekgewicht er op terug gestuurd. Het is dan verder jouw verantwoordelijkheid dat er een deugdelijke trekhaak gemonteerd word. En of je die zelf maakt, of je koopt er één dat maakt dan niet uit. In de APK keuringseisen staat nergens dat er bij de trekhaak op een keurmerk gecontroleerd dient te worden. Als hij deugdelijk gemonteerd zit dan is het goed.
Ik heb de keuringseisen nog even opgezocht, en dit is wat er in staat over de trekhaak:
APK Keuringseisen
5.2 Personenauto’s Verbinding personenauto en aanhangwagen
Keuringseisen Wijze van keuren
Regelgeving Algemene Periodieke Keuring Aanvulling 13 versie 12-2007 58 § 11.
Verbinding tussen personenauto en aanhangwagen
Artikel 5.2.66 - koppelinrichting (algemeen)
Indien de personenauto is voorzien van een inrichting tot het koppelen van een aanhangwagen, moet deze inrichting deugdelijk zijn bevestigd en mag deze niet
zijn gescheurd, gebroken of vervormd. Onze Minister stelt regels vast met betrekking tot de deugdelijkheid van de bevestiging.
Visuele controle, terwijl de personenauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. Indien sprake is van corrosie ter plaatse van de bevestiging geschiedt de controle op de wijze zoals bepaald in hoofdstuk 2, titel 2, van de Regeling permanente eisen.
Artikel 5.2.67 - koppelinrichting
1. Indien een personenauto is voorzien van een koppelingskogel met een kogel met een nominale diameter van 50 mm:
a. moet de diameter van de kogel ten minste 49,0 mm bedragen; Het bolvormige gedeelte wordt gemeten met een geschikt meetmiddel.
b. moet de sluit- en borginrichting van een afneembare kogel goed functioneren en moet de bevestiging van het kogelgedeelte nagenoeg spelingvrij zijn.
Visuele controle.
2. Bij personenauto's die zijn voorzien van andere inrichtingen tot het koppelen van een aanhangwagen dan bedoeld in het eerste lid, moet worden voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 5.3.68 en 5.3.70.
De wijze van keuren bij de artikelen 5.3.68 en 5.3.70, van het Voertuigreglement is van toepassing.
APK Keuringseisen
5.3 Bedrijfsauto’s Verbinding bedrijfsauto en aanhangwagen Keuringseisen Wijze van keuren Regelgeving Algemene Periodieke Keuring Aanvulling 13 versie 12-2007 116
§ 11. Verbinding tussen bedrijfsauto en aanhangwagen Artikel 5.3.66 - koppelinrichting (algemeen)
1. Indien de bedrijfsauto is voorzien van een inrichting tot het koppelen van een aanhangwagen, moet deze inrichting deugdelijk zijn bevestigd en mag deze niet gescheurd, gebroken, vervormd dan wel overmatig gesleten zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 5.3.68, tweede lid, onderdeel h. Onze Minister stelt regels vast met betrekking tot de deugdelijkheid van de bevestiging.
Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt. Indien sprake is van corrosie ter plaatse van de bevestiging geschiedt de controle op de wijze zoals bepaald in hoofdstuk 2, titel 2 , van de Regeling permanente eisen.
2. De achtertraverse met inbegrip van alle profielen die daar deel van uitmaken, moet deugdelijk zijn bevestigd en mag:
a. Geen breuken of scheuren vertonen;
b. Niet door corrosie zijn aangetast, met uitzondering van corrosie van het oppervlak.
Visuele controle, terwijl de bedrijfsauto zich boven een inspectieput of op een hefinrichting bevindt.
Artikel 5.3.67 - koppelinrichting
Indien de bedrijfsauto is voorzien van een koppelingskogel met een kogel met een nominale diameter van 50 mm:
a. moet de diameter van de kogel ten minste 49,0 mm bedragen;
Het bolvormige gedeelte wordt gemeten met een geschikt meetmiddel.
b. moet de sluit- en borginrichting van een afneembare kogel goed functioneren en moet de bevestiging van het kogelgedeelte nagenoeg spelingvrij zijn.
hè hè!
